Zo houd je je kamerplanten in topvorm
Heb je net de kamerplant van je dromen op de kop getikt? Verzeker je groene lieveling van een prachtig lang leven, en omring ze met de allerbeste zorgen! Zo houd je je kamerplanten in topvorm.
Stap 1. Verpot je kamerplant
Daar sta je dan, met je nieuwe aanwinst, en met de nodige drempelvrees en vragen. Zoals: moet ik mijn kamerplant al meteen verpotten? Zit je plant gekneld in de pot of komen er onderaan wortels uit de gaten gekropen, dan is het hoog tijd voor een nieuwe pot! Idealiter verpot je in de lente, maar barst je plant op een ander moment uit z’n voegen, doe het dan meteen, ook al is het hartje winter. Miniplantjes geef je altijd meteen na aankoop een grotere pot, ze groeien heel hard.
Hoe vaak je moet verpotten? Jonge planten best elke twee jaar, grote exemplaren hebben genoeg aan een verpotbeurt om de drie jaar. Neem een pot van één maatje groter.
Wat de beste bloempot voor jouw plant is? In een terracottapot kunnen de wortels vrij ademen, en staan ze nooit te nat. Houd je je plant liever in een sierpot zonder gaten, leg dan eerst een laag hydrokorrels op de bodem, en zet daar dan de kweekpot op. Kies milieubewust voor turfvrije of biologische potgrond voor kamerplanten. Hergebruik geen oude potgrond, die is helemaal uitgeput.
Hoe je je kamerplant correct verpot? Aan de slag!
Stap 2. Wees zuinig met water
Hoewel water geven poepsimpel lijkt, is het toch doodsoorzaak nummer één bij kamerplanten. Er gaan meer planten dood van teveel dan van te weinig water.
Hoe je weet wanneer je kamerplant water nodig heeft? Duw met je vinger lichtjes in de potgrond. Voelt de aarde nog vochtig aan, wacht dan een paar dagen. Geef altijd water in de schaal. Als je op de potgrond giet, wordt het op termijn een harde korst. Staat er na een uur nog water in de schaal, giet het dan weg, je plant heeft genoeg. Krijgt je plant ineens gele bladeren, die snel verwelken, dan heeft ze wortelrot, door te lang te nat te staan. Haal je plant als de bliksem uit de pot, verwijder de natte potgrond, en plant ze in verse potgrond. Geef met mondjesmaat water! Vanaf november gaan je kamerplanten in winterrust, en hebben ze sowieso minder water nodig. Maar ze drogen wel sneller uit door de verwarming; controleer je planten ’s winters dus ook regelmatig.
Stap 3. Geef regelmatig voeding
Ogen de bladeren van je kamerplant dof, verschijnen er vlekken op, of wil je plant maar niet bloeien? Hoog tijd voor voeding! Een goed gevoede plant ziet er zoveel beter uit, bloeit uitbundiger en langer en is beter gewapend tegen plagen en ziektes. Geef tussen maart en oktober elke 2 weken een dopje biologische voeding voor kamerplanten mee met het gietwater. ’s Winters geef je maximum eens per maand meststoffen. Cactussen en vetplanten verlangen speciale cactusvoeding.
TIP.
Kleuren de randen of tippen van de bladeren bruin, dan is de lucht echt te droog! Vul de plantenspuit met regenwater op kamertemperatuur en geef elke week een neveldouche. Vergeet niet af en toe de bladeren af te stoffen en controleer meteen ook op beestjes, bladluizen verstoppen zich graag onder of tussen de bladeren.