Slangebastesdoorn
Acer pensylvanicum
Slangebastesdoorn is een excellente boom die bekroond werd met een Award of Garden Merit (RHS). De loofboom groeit breed uit, tot 6 à 8 meter. Vooral de jonge bomen vertonen een opvallende bast met in de lengte witgrijze strepen, die iets van een slangenhuid heeft.
De bladeren zijn lichtgroen. Het jonge blad loopt smal ovaal uit en groeit uit tot een drielobbig blad van 10 à 18 cm groot. In de herfst verkleurt het blad goudgeel. Na het ontluiken van de bladeren verschijnt de weinig opvallende bloei. De bloemen zijn geelgroene hangende trossen die later de gevleugelde nootvruchten vormen.
Eigenschappen
Belangrijke zaken om te weten
Waar plaatsen
Slangebastesdoorn verkiest een humusrijke, goed doorlatende bodem. Plant de boom bij voorkeur op een plaats met halfschaduw.
Cultivars (Soorten)
Acer pensylvanicum 'Erythrocladum' (koraalesdoorn) heeft als jonge boom rode twijgen, die vooral in de winter opvallen.
Onderhoud
Slangebastesdoorn vergt amper snoei. Kruisende en scheurende takken kunnen in het najaar weggeknipt worden.