Overslaan en naar de inhoud gaan

Slangebastesdoorn

Acer pensylvanicum

Slangebastesdoorn is een excellente boom die bekroond werd met een Award of Garden Merit (RHS). De loofboom groeit breed uit, tot 6 à 8 meter. Vooral de jonge bomen vertonen een opvallende bast met in de lengte witgrijze strepen, die iets van een slangenhuid heeft.

De bladeren zijn lichtgroen. Het jonge blad loopt smal ovaal uit en groeit uit tot een drielobbig blad van 10 à 18 cm groot. In de herfst verkleurt het blad goudgeel. Na het ontluiken van de bladeren verschijnt de weinig opvallende bloei. De bloemen zijn geelgroene hangende trossen die later de gevleugelde nootvruchten vormen.

Eigenschappen

Kleur
geel
groen
Type
boom
Grootte
1000
Bladeren
lichtgroen, drielobbig blad
Wanneer planten
april
-
Zon
halfschaduw
zon
Locatie
buiten
Snoeien
weinig of niet, najaar
Bloem
geelgroen, lange trossen; weinig opvallend
Extra
winterhard
zouttolerant
Ph
neutraal

Belangrijke zaken om te weten

Waar plaatsen

Slangebastesdoorn verkiest een humusrijke, goed doorlatende bodem. Plant de boom bij voorkeur op een plaats met halfschaduw.

Cultivars (Soorten)

Acer pensylvanicum 'Erythrocladum' (koraalesdoorn) heeft als jonge boom rode twijgen, die vooral in de winter opvallen.

Onderhoud

Slangebastesdoorn vergt amper snoei. Kruisende en scheurende takken kunnen in het najaar weggeknipt worden.