Overslaan en naar de inhoud gaan

Kamerplanten kunnen echt overal in huis

Kamerplanten hebben een eigen willetje. Er zijn soorten die graag dicht bij een raam staan, anderen willen er net wat verder van weg. 
 

Elk zijn voorkeur

De voorkeur van planten voor licht en donker heeft zowat alles te maken met het verleden, met waar hun verre grootouders groeiden. Voor cactussen en vetplanten was dat in de meeste gevallen open en bloot in volle zon terwijl zowat alle orchideeën in de schaduw van hoge boomkruinen groeiden. 
 

Graag in de zon

Cactussen en vetplanten als grootmoedersstoel (Echinocactus), Aloë vera, Echeveria en Rhipsalis (Rhipsalis pilocarpa) mogen op de meest zonnige plek in je woning staan. Ze verdampen namelijk amper vocht, want reduceerden hun bladeren tot stekels of zelfs tot stengeldelen. Bovendien hebben ze een eigen voorraadje water in hun lijf en leden opgeslagen, zodat de zon ze nooit kan uitbakken. 
 

Grijs en sterk tegen warmte

Ook planten die niet gaan voor een groen maar grijs bladoppervlak als olifantsoor (Kalanchoe beharensis) of senecio’s (Senecio haworthii en S. cephalophorus) verdragen flink wat zon. Die slaagt er namelijk niet in zich een weg te branden tot in hun bladcellen. De warmte wordt teruggekaatst door de grijze kleur. Geef hen gerust een plek in de zon. Vergeet wel niet te gieten!
 

Fan van voor- of namiddaglicht

Stippenbegonia (Begonia maculata), Caladium en croton (Codiaem), planten met een duidelijke bladtekening of een dominantie van geel tussen groen zoals de drakenklimop (Epipremnum aureum) willen veel licht, maar staan liever niet in volle zon. Ze zijn kwetsbaar voor zonnebrand. Schuif ze wat verder weg van het raam. Wil je ze toch op de vensterbank, dan liefst dat van een raam dat naar het oosten of westen is gericht. 
 

Perfect voor wat minder licht

Hertshoornvaren (Platycerium bifurcatum) en varens als nestvaren (Asplenium nidens) en venushaarvaren (Asplenium raddianum), maar ook orchideeën als vlinderorchidee (Phalaenopsis) en dendrobium (Dendrobium nobile) groeiden oorspronkelijk in de schaduw van boomkruinen. Ze hebben graag licht, maar geen zon, tenzij vroeg in de morgen.
 

Groen voor de verste hoek

Hoe groener en meer leerachtig de bladeren, hoe minder afhankelijk de plant is van veel licht. Vandaar dat vrouwentongen (Sansevieria), kwartjesplant (Aspidistra elatior) en zz-plant (Zamioculcas zamiifolia) wat verder de kamer in mogen. Mogelijk heeft de plant er wel de neiging zich naar het licht te plooien. Door ze bij elke gietbeurt een kwartslag te draaien houd je ze recht. 
 

Donker is te donker

Tegen echt donker is geen enkele plant opgewassen. Het bladgroen in hun bladeren heeft namelijk licht nodig om gietwater en meststof om te zetten in nieuwe plantencellen en zo nieuwe bladeren en bloemen te groeien. Wil je planten in een kamer met slechts een klein raam laat dan een spiegel het licht reflecteren, liefst maximaal richting plant.